Deze week vond ik een zware fietsweek. Elke dag, als ik opstond, lag er een laagje sneeuw. Voordat ik het dorp uitgeploegd was had ik al zere benen. Eenmaal buiten het dorp viel er dan wel goed te fietsen maar had ik steeds harde tegenwind. De wind hier bij de kust is altijd harder en dichter dan in het binnenland. En dat vertaalt zich in zere benen en vroeg op bed.
Zaterdag begon de fietsweek. Na een repetitie in Sneek ben ik eerst nog naar Heerenveen en daarna via Tijnje en Oldeboorn naar huis gefietst. De bivakmuts had ik niet opgedaan want het wordt lente ten slotte? In Tijnje kreeg ik het zo koud dat ik de muts toch maar heb opgedaan. Daarna ben ik met harde tegenwind naar huis gefietst. Toch weer 140 kilometer gefietst.
Deze week ben ik maar één keer via Dokkum naar huis gefietst. Je merkt wel dat het weer langer licht is. De zon ging donderdag prachtig rood onder. Met de sneeuw die nog overal ligt had dat hele mooie foto’s kunnen opleveren. Maar dan moet je wel de camera meenemen natuurlijk…..
Gisteren nog even naar mijn ouders gefietst in Heerenveen. De heenweg had ik harde wind mee maar het ging niet zo lekker. De benen voelden na de hele week vermoeid en “roestig”. De terugweg ging toch weer beter dan verwacht. De heerlijke Hollandse kost, rode kool met aardappelen en stooflapjes, deed vast zijn werk. Het scheelt waarschijnlijk ook dat ik de binnenverlichting in het donker altijd uitdoe. Het lampje verblind anders te veel. Voor mijn gevoel fiets ik dan veel harder dan in werkelijkheid. Maar toch ondanks de tegenwind heb ik de terugweg in één uur en vijfendertig minuten afgelegd. Het was een heerlijke tocht. In het donker zijn er weinig mensen meer op weg. De fiets zoemt dan over het afvalt en dat is echt genieten.
Het gevoel van snelheid is in een stad toch heel anders. Na de stoplichten aan het begin van Leeuwaren fiets ik de Schrans binnen, dat is een winkelstraat. Twee politie auto’s hielden een automobilist aan en versperden behoorlijk de weg. Als een raket vloog ik tussen de twee stilstaande auto’s door en scheerde de winkelstraat in. Vijfendertig kilometer per uur buiten de stad voelt vaak traag aan. Maar in zo’n drukke straat krijg je een tijdverdichting. Het lijkt net of je in een sneldraaiende film terecht bent gekomen. Bij de afslag na het stoplicht stond een groepje bij een gevallen fietser. “Kijk de bananenman komt langs!” gilde een meisje. De hele groep keek me na en dat is toch kicken en meteen gaat het fietsten beter. Na het stoplicht probeerde een pizza bezorger me voorbij te komen maar dankzij hard optrekken, schakel kunst en vliegwerk, kon ik hem net voor blijven. Het laatste stukje buiten de stad ging weer heerlijk en dat maakt dat ik een vermoeiende fietsweek toch nog lekker afsluit.
Vannacht heb ik twaalf uur geslapen en ik voel me weer heerlijk fit. Dus laat de nieuwe fietsweek maar weer komen…..
Geen opmerkingen:
Een reactie posten