Collega’s denken dat ik constant zwetend en hijgend in mijn trapmobiel zit. Dat de wereld in je fiets heerlijk overzichtelijk is. Dat je niet na hoeft te denken terwijl je trapt en dat je al mijmerend, dus zonder te hijgen door het land glijdt, het wil er gewoon niet in. Als je zo hard gaat dan kost dat moeite, punt uit…..
Maar waar zit je dan zoal aan te denken? Euhh, over het werk, over muziek, over de boeken die ik lees en over de spiegels. Bah, die spiegels passen toch eigenlijk helemaal niet bij de fiets. Wat kan je daar nu voor bedenken…..
Ach, het zal heus eerder bedacht zijn maar als je zelf een oplossing vind geeft dat zo’n heerlijk gevoel. In het boek “Het huis van de moskee” van “Kader Abdolah” komt een pottenbakker voor. Hij bakt schalen en potten van klei. Hij wordt door de moderne tijd ingehaald en uiteindelijk staat de tuin en het dak vol met potten en pannen die nooit verkocht zullen worden. Als ik nu eens een mal maak van klei dan kan ik er polyester omheen lamineren en dan heb ik mijn aerodynamische hoes voor mijn spiegel. We wonen niet voor niets op de klei ten slotte.
Vandaag regent het de hele dag en ineens schiet het idee me weer te binnen. Op naar de tuin om klei te halen. Met de eerste schep heb ik meteen de klei te pakken. Samen met een emmer water en een verf stokje modeleer ik het kapje voor de spiegel. Na een lief half uurtje kleien Dineke erbij geroepen. De korte of de lange vorm, wat heeft je voorkeur? Zoon Sander en Dineke zijn unaniem: De lange.
De klei wil er wel op maar komt er niet af in de vorm die ik in het hoofd heb af. Na even piekeren gooi ik er een plastic zak tussen. Ik kan opnieuw de kapjes modelleren. De twee klei mallen zijn klaar en liggen binnen te drogen. Het resultaat wordt vast niet zo strak maar ik ben wel leuk bezig geweest…….