Voor mijn zestiende verjaardag had mijn vader een verrassing geregeld. Een rode racefiets van Motobecane. Ik was heel blij met het kado van mijn ouders. Mijn vriend Martin had al een tijdje een racefiets en ik hobbelde achter hem aan op mijn drie versnellings Ralleigh fiets. Maar nu konden we dan samen los. De fiets had grappige specs. als je het nu terugleest. Zo had ik 10 versnellingen (twee keer vijf). Geindexeeerd schakelen moest nog worden uitgevonden. Uitvalnaven kwamen net opzetten. Deze fiets had nog hele grote vleugelmoeren bij het voorwiel. Op de foto zit er al een nieuw cranckstel in. Oorspronkelijk zat er een cranckstel in waarbij de trappers vast zaten met Franse spies. Een brooks fietszadel en blokjes remmen. Aan de fiets is echt alles kapot gegaan en alle onderdelen heb ik mijn handen gehad. Ontzettend leerzaam en daarna ben je nooit meer bang om ergens een sleutel in te zetten.
Tja, nu hadden we dan wel fietsen, maar nog geen kleding. In Drachten werden twee fietsshirt aangeboden voor 25 gulden. Martin en ik zijn op de fiets gesprongen en hebben de aanbieding opgehaald. Nu hadden we elk een echt fietsshirt. In die tijd, ja zo oud ben ik, fietste je nog met een wollen fietsbroek en shirt. Martin scoorde een groene en ik een blauwe. Dat shirt was een geweldige uitvinding, met van die zakken achterop. Die vulden we met broodjes en fruit. De boterhammen twee aan twee in een zakje en het zakje zonder knoop of sluiter achter in je shirt. Onderweg kon je dan zo je boterhammen pakken zonder te stoppen.
Martin kreeg ook altijd een mooie rode zakdoek mee. Hij gebruikte de zakdoek trouw. De eerste keer heb ik het ook geprobeerd maar ik vond zo’n zakdoek helemaal niks. Als de wind er onder komt krijg je zo’n natte doek in je gezicht. In de loop van de fietsweken werd ik echter steeds handiger om het zonder zakdoek te kunnen. In het begin kneep ik nog een neusgat dicht. Maar binnen de kortste keren kon ik met mijn handen aan het stuur via een handig beweging mijn snot lozen.
Voor vrouwen is dit onbegrijpelijk en vies. Voor de meeste sporters is dit echter totaal natuurlijk. Als ik weer eens bezweet thuis kom en mijn liefste vrouwtje in de armen wil sluiten ondervind ik altijd de nodige weerstand. Bwheeee.. wat ben je weer vies. Maak dat je wegkomt. Ga douchen. Trek wat schoons aan maar blijf van me af. Niks kan haar vermurwen zelfs niet al ik zeg: “Maar myn leaf, een held stinkt….”
Maar goed, in de zomer maanden zonder kap, kan ik als ik even naar buiten leun, nog steeds heel handig het snot kwijtraken. Maar de laatste weken fiets ik alleen nog maar met de schuimkap. En alleen mijn oogjes steken net boven het randje uit. Wat nu te doen? Toch maar weer de rode boeren zakdoek in ere herstellen? Gevaarlijke capriolen uithalen om de fiets recht te houden terwijl ik wanhopig probeer om de zakdoek uit te vouwen. Of stoppen, netjes snuiten en weer verder fietsen? Of gewoon het snot in je kuip lozen?
Maar gelukkig, als ik mijn hoofd iets uitrek en als de wind gunstig is kan ik toch weer mijn snot kwijtraken door hard door mijn neus te blazen. Dus zonder te stoppen en zonder mijn handen los te laten van het stuur. Wel zo veilig toch?
Maar gelukkig, als ik mijn hoofd iets uitrek en als de wind gunstig is kan ik toch weer mijn snot kwijtraken door hard door mijn neus te blazen. Dus zonder te stoppen en zonder mijn handen los te laten van het stuur. Wel zo veilig toch?
.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten